Duivelsuitdrijving en mishandeling

Ibrahim* is een 24-jarige jongeman uit West-Afrika. Hij is homoseksueel en zegt altijd een dubbelleven te hebben moeten leiden omdat in zijn land homoseksuele relaties strafbaar zijn. Na meerdere geweldservaringen en uit angst opgepakt te worden, besluit Ibrahim te vluchten. Eerst zorgt Ibrahim dat hij in Oekraïne kan studeren maar hij komt naar Nederland wanneer Rusland in 2022 het land binnenvalt. Wanneer Nederland het verblijfsrecht intrekt van zogenoemde ‘derdelanders’ vraagt hij asiel aan.

De IND acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van Ibrahim geloofwaardig, maar niet zijn homoseksualiteit. Ibrahim zou hier te algemeen over hebben verklaard en zijn proces van homoseksualiteit niet voldoende concreet gemaakt hebben. Zijn verzoek om internationale bescherming wordt afgewezen. De advocaat van Ibrahim vraagt een forensisch medisch onderzoek bij iMMO aan.

Tijdens het iMMO onderzoek vertelt Ibrahim dat hij al op 13-jarige leeftijd betrapt werd terwijl hij aan het vrijen was met zijn beste vriend. Daarna veranderde zijn hele leven. Hij werd door zijn vader mishandeld en toen hij wegrende heeft hij zijn voorhoofd gestoten tegen een muur. Zijn moeder, die dominee is, nam hem mee naar verschillende duivelsuitdrijvingen om hem te ‘genezen’ van zijn homoseksualiteit. Tijdens deze rituelen werd Ibrahim onder andere met een scheermes meerdere keren in zijn huid gesneden en is zijn been gebrand met een fakkel. Hij werd door de omgeving buitengesloten en gediscrimineerd.

Ibrahim vertelt dat hij tijdens zijn studie een relatie heeft met een hoofddocent, die hem tegelijk misbruikte. De hoofddocent betaalde het schoolgeld van Ibrahim en vroeg daar seksuele diensten voor. Toen Ibrahim aangaf dit niet langer te willen, dreigde de hoofddocent het leven van Ibrahim kapot te maken. De hoofddocent had foto’s en filmpjes van hem gemaakt en chanteerde Ibrahim hiermee. Hierop besloot Ibrahim te vluchten. Met een studentenvisum kon hij naar Oekraïne. Toen daar de oorlog uitbrak, is hij naar Nederland gevlucht.

Onderzoek

Bij lichamelijk onderzoek worden verschillende littekens gevonden en beoordeeld. Het litteken op zijn voorhoofd, wat hij opliep toen hij hard met zijn hoofd tegen de muur stootte, wordt beoordeeld als consistent volgens het Istanbul Protocol. Omdat een wond op het voorhoofd makkelijk accidenteel kan ontstaan en het stoten van je voorhoofd makkelijk in een scheur- of diepe schaafwond kan resulteren komt de gradatie niet hoog uit.

De littekens die Ibrahim heeft overgehouden aan het uitdrijvingsritueel waarbij hij meerdere keren met een scheermes gesneden is, worden als typerend beoordeeld voor dit gestelde geweld. Het litteken wat Ibrahim heeft overgehouden aan het branden met de fakkel wordt als zeer consistent beoordeeld.

Bij het psychisch onderzoek komen er duidelijk psychische klachten naar voren die volgens het Istanbul Protocol typerend zijn voor het door Ibrahim beschreven geweld. Zo is er sprake van vermijding om te praten over het meegemaakte geweld, roept het praten hierover zichtbaar spanning bij hem op en krijgt hij specifieke herbelevingen aan de mishandeling door zijn vader en de duivelsuitdrijvingen. Het wordt duidelijk dat het zien en bespreken van zijn eigen littekens tot herbelevingen leidt.

Het rapport is ingebracht in de eerste procedure van Ibrahim.  Een half jaar nadat de iMMO-rapportage was ingediend, ontving Ibrahim alsnog zijn verblijfsvergunning.

(*) Namen zijn gefingeerd.