Rechtbank benadrukt zorgvuldigheid iMMO-rapportage

Nadat Kevin* zijn eerste asielaanvraag in 2021 indient, wijst de IND deze af omdat hij ongeloofwaardig, inconsistent en ongerijmd zou hebben verklaard. Kevin gaat in beroep tegen de beslissing en dient daarbij een iMMO-rapportage in als medisch steunbewijs.

Op 24 oktober 2024 doet de rechtbank Den Haag uitspraak in het beroep van Kevin, waarbij ook de iMMO-rapportage is ingebracht. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de IND een nieuwe beslissing moet nemen over de asielaanvraag van Kevin.

Naast de inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag van Kevin staat in deze uitspraak centraal of de iMMO-rapportage zorgvuldig is opgesteld. Als dat niet het geval zou zijn hoeft de IND geen medisch deskundige in te schakelen om de inhoud van de iMMO-rapportage te weerleggen. De IND kan dan besluiten de inhoud van de iMMO-rapportage niet mee te wegen in hun beoordeling van de asielaanvraag.

De rechtbank oordeelt dat de iMMO-rapportage wel degelijk zorgvuldig tot stand is gekomen. Indien de IND de expertise van iMMO in twijfel trekt, moet deze een contra-expertise aanvragen bij een andere medisch deskundige. De rechtbank stelt daarmee dat de IND niet eigenhandig de inhoud van de iMMO-rapportage kan weerleggen. Tenslotte benoemt de rechtbank de invloed van schaamte en wantrouwen op het vermogen om te verklaren. Dit is in lijn met de Raad van State uitspraak van 13 december 2023. (ECLI:NL:RVS:2023:4620).

In de conclusie oordeelt de rechtbank dat de IND de iMMO-rapportage niet voldoende heeft betrokken bij zijn beslissing op de asielaanvraag en dat de IND de kosten voor de iMMO-rapportage moet vergoeden. De IND moet nu een nieuw besluit op de aanvraag nemen.

De casus vindt u hier.

* Namen zijn gefingeerd.