Korte eerste reactie op Raad van State uitspraak 02-04-2025

Op 2 april 2025 deed de Raad van State uitspraak over de werkwijze van iMMO ten aanzien van de B-vraag bij een iMMO-onderzoek. Voor alle duidelijkheid; iMMO-deskundigenberichten bestaan uit twee onderdelen. Veruit het belangrijkste onderdeel is het onderzoek naar medisch steunbewijs ter onderbouwing van een asielaanvraag, de zogenaamde A-vragen. De B-vraag onderzoekt met welke mate van waarschijnlijkheid psychische problematiek eventueel invloed gehad zou kunnen hebben op het vermogen om te verklaren tijdens de IND-gehoren.
 
De Raad van State oordeelde, in navolging van de door hen ingeschakelde deskundige, dat de iMMO-werkwijze meer moet aansluiten bij de huidige wetenschappelijke inzichten over de invloed van PTSS op het geheugen en welk effect dat heeft op het vermogen om te verklaren in asielzaken.
 
Maar iMMO heeft uitdrukkelijk nooit onderzoek gedaan en zal ook geen onderzoek gaan doen naar de geheugenproblematiek op het vermogen om te verklaren ten tijde van de gehoren. iMMO wordt immers zeer geruime tijd na de gehoren ingeschakeld en dan kan geen onderzoek meer worden verricht naar een toestandsbeeld ten tijde van de gehoren. De B-vraag wordt bij iMMO dan ook uitsluitend beantwoord op basis van beschikbare schriftelijke medische en juridische informatie ten tijde van de gehoren.
 
iMMO heeft bovenstaande in aanloop naar de zitting uitgebreid op schrift gezet en het is ter zitting ook uitvoerig besproken. Deze inbreng komt in de uitspraak helaas helemaal nergens tot uitdrukking. iMMO betreurt zeer hoe de verwoording in de uitspraak nu de gehele werkwijze van iMMO lijkt te betreffen. Het overschaduwt daarmee het onderzoek naar het medisch steunbewijs van de A-vragen, hetgeen het hoofddoel van een iMMO-onderzoek is. iMMO zal zich samen met deskundigen grondig beraden op de consequenties van deze uitspraak. 
 
De hele uitspraak is hier te lezen