iMMO rapportage moet betrokken worden in asieloordeel

De rapportage van iMMO over het relaas van Carolina* neemt een belangrijke plaats in in het oordeel van de Raad van State. Nadat de rechtbank stelde dat de afwijzing van het asielverzoek onvoldoende was gemotiveerd, betrekt de IND het iMMO rapport ook niet in het hoger beroep.

Op 17 april 2024 verklaart de Raad van State** het hoger beroep van de staatssecretaris ongegrond op basis van een verkorte motivering. Het betreft een zaak waarbij een iMMO-rapportage een belangrijke rol krijgt, juist omdat deze door de IND genegeerd wordt. In het beroep van Carolina tegen de afwijzende beschikking had de rechtbank eerder al vastgesteld dat de IND hun beslissing onvoldoende had gemotiveerd. Volgens de Raad van State had de IND dit in nieuwe besluitvorming eenvoudig kunnen herstellen.

Nadat de eerste asielaanvraag is afgewezen, dient Carolina met behulp van het deskundigenbericht van iMMO een opvolgende asielaanvraag in. Ook de opvolgende asielaanvraag wordt afgewezen, waarna Carolina in beroep gaat. De rechtbank oordeelde al dat de uitkomst van de iMMO-rapportage niet voldoende was meegenomen in de uiteindelijke beslissing van de IND, en veroordeelde de IND in volledige proceskosten voor de iMMO-rapportage. Uit de rapportage kwam volgens de rechtbank duidelijk naar voren dat er meerdere littekens waren die konden worden toegeschreven aan het gestelde geweld, en psychische problematiek die ten tijde van de gehoren invloed heeft gehad op het vermogen om consistent, coherent en compleet te verklaren.

De rechtbank benoemt ook de invloed van gevoelens van schuld en schaamte die voor beperkingen tijdens het verklaren kunnen zorgen. In onze vorige nieuwsbrief wordt de invloed van gevoelens van schuld en schaamte op het vermogen om te verklaren over het gestelde geweld verder toegelicht binnen het kader van de Raad van State uitspraak van 13 december 2023 (202108163/1, ECLI:NL:RVS:2023:4620).

Met de uitspraak onderkent Raad van State dat de uitkomst van de iMMO-rapportage in deze zaak moet worden meegewogen in de uiteindelijke besluitvorming. De IND moet een nieuwe beslissing nemen.

* Alle namen zijn gefingeerd.
** Kenmerk 202204804/1, ECLI:NL:RVS:2024:1571