Casus over de paradox van seksueel geweld
Seksueel geweld laat vaak meer psychische dan zichtbare lichamelijke littekens na. Zo ook bij de 40-jarige Carolina*. Ze is enig kind en groeit op bij een tante omdat haar moeder te jong was om voor haar te zorgen. Haar vader overlijdt wanneer ze nog jong is. Ondanks dat haar familie volgens de lokale gebruiken een partner voor haar heeft uitgezocht, besluit ze te trouwen met de man van haar keus. Korte tijd daarna overlijdt haar moeder, hetgeen volgens de familie het gevolg is van haar weigering in te stemmen met het gearrangeerde huwelijk.
Carolina en haar man hebben het goed samen. Naast hun werk helpen ze straatkinderen. Deze kinderen worden regelmatig belaagd en seksueel misbruikt door militairen. Ze geven ze onderdak, te eten en zien toe op hun veiligheid. De soldaten proberen dit tegen te gaan. Ze moeten oppassen omdat “de soldaten de kinderen voor zichzelf wilden hebben”.
Op een gegeven moment breken er onlusten uit in het land. Op veel plekken is het onrustig. Soldaten dringen het gebouw van hun organisatie binnen op zoek naar haar en haar man. Er breekt een tijd aan waarin Carolina meerdere keren moet vluchten, wordt opgepakt en wordt verkracht en mishandeld. Ze wordt geslagen met wapens, geschopt, gebrand met sigaretten en andere voorwerpen. Verder zit ze meerdere malen in detentie waarbij ze moet verblijven met vele mensen in een cel, waar iedereen ook zijn behoefte moet doen.
De verkrachtingen en mishandelingen gaan door, totdat een chef van de gevangenis haar hoort huilen en prevelen in haar eigen taal. Hij herkent de taal omdat hij uit hetzelfde gebied komt en helpt haar te vluchten.
Het lukt Carolina te ontkomen maar tijdens de vlucht wordt ze meerdere keren gedwongen tot prostitutie. Ze wordt ook meerdere keren verkracht door de personen die haar zeggen te willen helpen. Het is de bedoeling dat ze in Europa de kosten van haar reis terugverdiend in de prostitutie. Op Schiphol wordt ze echter aangehouden door de marechaussee.
Carolina voelt een diepe schaamte over hetgeen ze heeft meegemaakt. Ze beland in de cel in Nederland, is bang en vertrouwt niemand meer. Voor het onderzoek bij iMMO heeft ze nooit iets verteld over het seksueel geweld.
Tijdens het iMMO-onderzoek valt op dat ze op sommige momenten stilvalt. Dit gebeurt vooral tijdens het vertellen over het seksueel geweld. Als de onderzoekers hierbij stil staan, geeft ze aan dat ze afgeleid wordt. De beelden van deze verkrachtingen dringen zich aan haar op. Liever vertelt ze er niet over. In het dagelijks leven kan ze moeilijk tegen harde geluiden en de geur van uitwerpselen. Deze geuren en geluiden brengen beelden naar boven, die ze wil vergeten. Haar meest nare herbelevingen zijn de herinneringen van de verkrachtingen in aanwezigheid van haar man.
Verspreid over het lichaam van Carolina worden enkele tientallen littekens vastgesteld afkomstig van meerdere geweldinwerkingen, waaronder ook een litteken in het genitale gebied. Conform het Istanbul Protocol worden het merendeel van deze littekens als zeer consistent beoordeeld. Er is sprake van psychische problematiek die gerelateerd kan worden aan het gestelde asielrelaas. Specifieke herbelevingen, triggers voor de herbelevingen, vermijding en het wantrouwen zijn qua inhoud en aard typerend voor het gestelde asielrelaas zoals betrokkene aangeeft.
In Carolina’s geval is er één genitaal litteken ten teken van het doorstane seksueel geweld. Vaak laten verkrachtingen geen zichtbare letsels of littekens achter. Dit is de paradox van seksueel geweld, dat vaak juist veel psychische schade teweegbrengt en relatief weinig fysiek zichtbare littekens. In dit geval hebben de littekens van de overige geweldinwerkingen een substantiële bijdrage geleverd aan het oordeel. Dit illustreert hoe belangrijk het is een volledig onderzoek te verrichten.
De iMMO-rapportage is ingebracht in de herhaalde asielaanvraag. (Zie jurisprudentie voor het vervolg.)
* Alle namen zijn gefingeerd.